Quiz:Le néerlandais

Quiz sur Le néerlandais

Bienvenue dans ce quiz sur Le néerlandais qui te permet de tester tes connaissances!

Après avoir répondu aux questions, clique sur le bouton « Corriger » en bas de la page.

En cas de doute, tu trouveras toutes les réponses en cherchant dans les articles de Wikimini.

> Voir tous les quiz

1. Comment dit-on « vestiaire » en néerlandais ?

	tafel
	coffer
	kleedkamer
	vestiary

2. Que veut dire « Vuurwerk » ?

	feu d'artifice
	réveille-matin
	hibou
	fenêtre

3. Comment se dit « boucle d'oreille » ?

	boorberij
	later
	boekentas
	oorbel

4. Comment se dit « Ferme la fenêtre » ?

	Doe dicht het venster
	Doe de venster dicht
	Doe het venster dicht
	Doe het dicht venster

5. Comment se dit « Qui efface le tableau » ?

	Wie veegt het bord af ?
	Wie veegt de bord af ?
	Wie veegt het boord af ?
	Wie veegt bord het af ?

6. Comment se dit « Travaillez par groupes de deux » ?

	Werk in groepjes van twee
	Werk in groopjes van twee
	Werk in groepje van twee
	Werk van groepje in twee

7. Comment se dit « Comment allez-vous aujourd'hui ? »

	Hoe gaat jullie het vandaag
	Hoe gaat het met jullie vandaag ?
	Hoe gaat met jullie vandaag ?
	Hoe gaat jullie met vandaag ?

8. Comment se dit « Une fleur sur un arbre » ?

	Een bloem op een bomt
	Een bloem op een boom
	Een bloom op een boem
	Een bloom op een bomt

9. Comment se dit « Je n'ai pas de frère mais j'ai une sœur » ?

	Ik heb geen broer mart ik heb een zus
	Ik heb geen broer maar ik heb een zus
	Ik heb geen broer mar ik heb een zus
	Ik heb geen broor maar ik heb een zus

10. Comment demande-t-on « Que signifie le mot "porte" ? » en néerlandais ?

	Wat betekent het woord deur ?
	Waar betekent het woord deur ?
	Wat betekent de woord deur ?
	Hoe betekent de woord deur ?

Ton score : 0 / 0

Certaines questions proviennent de Quizz.biz